dinsdag 26 januari 2010

De wachtkamer

Het is koud. Om mij heen zie ik alleen maar ramen, alleen mijn rug steunt tegen een witte muur. Ik zit op een kille strakke bank. Het voelt aan alsof ik in een aquarium zit, maar dan met tijdschriften voor huisvrouwen en Donald Duck fanaten en een plasma tv op zwart. Ik ben niet alleen, naast mij zit een man die zeker in het bezit is van een 65-plus pas. Irritant tikt hij met zijn voet op de vloer, en om de tien seconden schraapt hij zijn keel, ofzoiets.

Voor de tandarts ben ik niet zenuwachtig, maar de man in de wachtkamer werken op mijn zenuwen. Misschien komt het ook, omdat ik gesprint heb. 2 minuutjes, hooguit. Langer heb ik er niet op gefietst. Ik tril een beetje, van de kou.

Mijn lichaam maakt weer normale bewegingen, het beetje aan warmte wat in de kamer is heeft me goed gedaan, en de man wordt dragelijk gemaakt door een bezorger die buiten staat te hanissen.

'Kay den Teuling'. 'Hee, dat ben ik!' Ik sta op en loop snel naar binnen, ik haat wachtkamers en oude mannen.


Dit is veel leuker, dan wat ik eerst deed. Bij deze schaf ik 'blog' en 'ditjes en datjes' af. En ga ik weer gewoon stukjes schrijven, en dat zovaak mogelijk. Want over zoiets onzinnings kan ik iedere dag wel praten!

1 opmerking:

  1. Leuk kay!
    ik haat de huisarts
    haha
    maar tandartsen niet!
    maar wel wachtkamers + oude mannen!
    xxxxxxx

    BeantwoordenVerwijderen