woensdag 7 juli 2010

Belspel oma

Het is rond de klok van 6 uur, het is tijd om de hond uit te laten. Iedere dag hetzelfde blokje, twintig minuten, grasstroken en voetpaden. Boy houdt ervan en ik stiekem ook wel.

Boy is lekker aan het plassen op een grasstrookje, een hond blaft, vanaf een balkon op de eerste etage. Boy kijkt op, maar blaft niet. Ik kijk ook, zonder te blaffen. Een vrouw -waarvan ik zeker weet dat ze een 65pluspas heeft- zit helemaal alleen haar avondeten te verorberen. Nou ja, alleen, haar hond is bij haar, maar die heeft alleen maar aandacht voor Boy, hij kwispelt. Boy vindt het maar niets en huppelt stug door over het grasstrookje en doet lekker zijn ding.

De volgende dag, dezelfde hoek, hetzelfde balkon en hetzelfde gezicht. De hond blaft alleen niet, hij kijkt kwispelend toe hoe Boy over het gras huppelt, de vrouw zit er weer, alleen. Ik probeer een beeld te schetsen van de vrouw:

Ongehuwd, kinderen heeft ze niet. Haar dagen slijt ze achter haar televisie, ze kijkt vaak belspellen, die zijn per slot van rekening altijd op televisie. Ze speelt graag mee, stiekem is het haar passie, in een notitieblokje schrijft ze het woord op, gespannen blijft ze kijken of het woord goed is. Om hetzelfde ritueel daarna te herhalen. In de afgelopen jaren is ze natuurlijk enorm goed geworden in het spel, eigenlijk heeft ze het altijd goed. Maar om nu iedere dag te bellen, is misschien een beetje gek. Daarom heeft ze 'beldinsdag'. Want na al die jaren ervaring heeft ze inmiddels door dat op dinsdag de minste mensen bellen. Ze belt drie keer en zeker een keer per kwartaal komt ze in de uitzending. De domme blondjes die de antwoorden vaak zelf niet zien weten niet wie ze is, maar dat maakt haar niet uit. De geldbedragen die ze wint boeien haar niet, ze spaart. De belspel oma vindt haar leven wel goed zo, iedere dinsdag bellen, iedere dag kijken. Maar ze heeft een droom. In de supermarkt waar ze iedere ochtend een rondje maakt en met een paar simpele producten naar buiten loopt. Wachtend op haar moment. Gewoon een keertje aan de kassa: 'Heey, jij bent die vrouw van de belspellen! Ik herken je aan je stem! Ik vind je echt goed, ik heb je nog nooit het foute antwoord horen geven!' Dan zou ze een glimlachje op zetten en bescheiden zeggen: 'Ja, dat ben ik ja. Dankje.' Ze rekent dan zo snel mogelijk af en probeert zo rustig mogelijk naar buiten te lopen. Maar wanneer ze thuis is zal ze in tranen uitbarsten. 'Ik ben beroemd!'

Ik loop door, de vrouw eet door, zonder te weten wat dat ik haar door heb.

1 opmerking: